Wat doet een therapeut?
Wanneer een dierbare wordt vermist, sta je er niet alleen voor. Je kunt steun krijgen met het leren omgaan met het gemis. De behandeling bestaat uit zogenaamde cognitieve gedragstherapie met elementen van mindfulness en schrijfopdrachten.
Cognitieve gedragstherapie
Tijdens cognitieve gedragstherapie kijk je samen met een therapeut naar je gedachten, gevoelens en gedrag omtrent de vermissing van jouw dierbare. Dit wordt ook wel de 3 G’s genoemd in cognitieve gedragstherapie; Gedachten leiden tot een Gevoel wat leidt tot bepaald Gedrag. Bijvoorbeeld de gedachte “Als ik niet continu mijn kinderen in de gaten houd, zullen zij straks ook verdwijnen” (gedachte) leidt tot angst (gevoel), wat leidt tot twee keer in het uur de school bellen om te vragen hoe het met de kinderen gaat (gedrag). Tijdens de behandeling leer je belemmerende, niet-helpende gedachten te herkennen. Vervolgens worden deze gedachten ter discussie gesteld, om te bepalen in hoeverre deze gedachten “waar” of “helpend” zijn. Het doel is om niet-helpende gedachten om te zetten in helpende gedachten. Hierdoor worden er geen negatieve gevoelens opgeroepen en neemt disfunctioneel gedrag af. Tijdens de behandeling wordt gebruik gemaakt van het werkboek “Leven met Vermissing”.
Mindfulness
Leven met vermissing van een dierbare vraagt veel van het acceptatievermogen en de veerkracht van de mens. De behandeling richt zich dan ook op het versterken van deze capaciteiten. Dit gebeurt door niet de focus te leggen op afsluiting, maar op het leren omgaan met de pijnlijke situatie, met behulp van mindfulness-oefeningen.
Schrijfopdrachten
Door intensief na te denken over de vermissing van jouw dierbare, en je diepste gevoelens en gedachten op te schrijven, krijg je meer inzicht in je eigen proces. Stilstaan bij het verleden, heden en de toekomst kan leiden tot de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden die je helpen bij het omgaan met de vermissing van jouw dierbare.